Definitie:
Een dwingende familiale reden is een niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die een dringende en noodzakelijke tussenkomst van de medewerker vereist.
Redenen die hiervoor in aanmerking komen:
- Ernstige ziekte, ongeval of hospitalisatie van echtgenote of kind of andere personen die deel uitmaken van het gezin waarvoor de medewerker tot directe bijstand verplicht is.
- Ernstige ziekte, ongeval of hospitalisatie van de ouders of schoonouders die dringend hulpbehoevend zijn en waarvoor de medewerker tot directe bijstand verplicht is.
- Ernstige materiële beschadiging van de bezittingen van de medewerker, bijvoorbeeld schade aan de woning door een brand of een natuurramp.
- Verplichte aanwezigheid op een rechtszitting waarbij de medewerker partij is in het geding en die geen aanleiding geven tot wettelijk klein verlet.
Toekenningsmodaliteiten:
Voor zaken die kunnen voorzien worden, gelden de verwittigingsmodaliteiten van het arbeidsreglement voor vakantie. Voor zaken die niet kunnen voorzien worden, gelden de verwittigingsmodaliteiten van het arbeidsreglement voor ziekte.
De medewerker is verplicht deze afwezigheden te attesteren door middel van een document afgeleverd door een geneesheer, hospitaal, gerechtelijke of politiediensten of de verzekeraar.
Per kalenderjaar kunnen maximum 10 onbetaalde afwezigheidsdagen voor dwingende familiale redenen worden genomen. De afwezigheidsdagen kunnen worden opgenomen in uren, maar met een maximum van 10 keer.
DFR dagen zijn gelijkgesteld voor pensioen, kinderbijslag, werkloosheid, ziekte of invaliditeit, doch niet voor jaarlijkse vakantie.
Deeltijdse medewerkers kunnen het pro rata-gedeelte van dit maximum opnemen in verhouding tot hun arbeidsstelsel.
De niet betaalde afwezigheidsdagen worden toegestaan voor zover de veiligheid van het bedrijf niet in het gedrang komt.
Wanneer medewerkers omwille van andere redenen onbetaalde afwezigheidsdagen wensen, bv. een begrafenis van verwanten zonder dat klein verlet voorzien is, worden deze slechts toegestaan na ruggespraak tussen de bedrijfsleiding en de personeelsafdeling.