Actualiteitsmotie 23 juni 2021 naar aanleiding van PFOS-vervuiling 3M
In het Antwerpse havengebied werken dagelijks meer dan 65.000 arbeiders en bedienden. Daarmee creëert de haven welvaart voor de ondernemingen, de werknemers en de inwoners van ons land. Het overgrote deel van deze werknemers wordt ook geconfronteerd met industriële risico’s voor eigen veiligheid, gezond en welzijn.
Na de tweede wereldoorlog werd een beleid gevoerd om industriële activiteiten te concentreren in de Antwerpse haven. De chemische industrie breidde razendsnel uit, olieraffinaderijen werden gebouwd en eind jaren ‘60 werd in Doel een kerncentrale gebouwd. Al deze activiteiten ontwikkelden zich in een straal van 30 km rond de Antwerpse binnenstad. Niet alleen 65.000 werknemers maar meer dan 1,5 miljoen mensen zijn op die manier blootgesteld aan industriële risico’s zoals vervuiling van bodem en waterlopen, uitstoot van gassen, kans op explosie of straling.
Werkgelegenheid is voor ons belangrijk maar volksgezondheid is dat nog meer want ‘there are no jobs on a dead planet’. Bedrijven en overheid moeten daarom hun verantwoordelijkheid nemen. Winst, rendabiliteit en het tevreden houden van de aandeelhouders kunnen hierbij niet de prioriteit zijn. Als ABVV Scheikunde eisen wij dat de overheid ervoor zorgt dat mens en maatschappij beschermd worden tegen de mogelijke risico’s die de activiteiten van de vele multinationals in onze regio met zich meebrengen.
Terecht maakt de publieke opinie zich zorgen over de omwonenden in de regio en alle neveneffecten op korte en lange termijn die de bodemvergiftiging met PFOS veroorzaakt maar wie bekommert zich om de werknemers van 3M en de arbeiders van de Oosterweelverbinding?
Wij eisen eveneens dat er nu dringend maatregelen genomen worden ter bescherming van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van zij die alle dagen in de vuurlinie staan : de werknemers en oud-werknemers van 3M én de duizenden arbeiders die momenteel bij het bouwen van de Oosterweelverbinding betrokken zijn.
3M moet onmiddellijk open kaart spelen over de huidige en historische effecten en gevolgen van PFOS op de gezondheid van de werknemers. 3M dient hier op alle vlakken haar verantwoordelijkheid op te nemen. Alle documenten en gegevens moeten openbaar gemaakt worden.
Er moet onverwijld een biologische monitoring en medisch onderzoek komen bij alle huidige en voormalige werknemers. De gevolgen van PFOS-blootstelling gedurende decennia voor de werknemers dient in kaart gebracht. Een voortgezet en doorgedreven medisch onderzoek met onafhankelijke instellingen en artsen dient gerealiseerd, dit mag niet overgelaten worden aan 3M.
In samenspraak met het Comité voor Preventie en Bescherming, de Inspecties Welzijn op het Werk en Milieu dienen alle maatregelen genomen om te verzekeren dat iedereen op het bedrijfsterrein van 3M op een veilige manier kan werken, zonder angst voor blootstelling.
Alle werkzaamheden op de terreinen van 3M die verbonden zijn aan de Oosterweelwerkzaamheden en dus PFOS gerelateerd, moeten een voorafgaande goedkeuring van het CPBW en de Inspectie krijgen.
Het principe van de “vervuiler betaalt” kan niet alleen gelden voor de bodemsanering. Ook voor alle gezondheidsschade die de huidige en voormalige werknemers opliepen of oplopen in de toekomst dient 3M haar verantwoordelijkheid te nemen.
Daarnaast kunnen wat ons betreft de werkzaamheden aan de Oosterweelverbinding enkel worden voortgezet wanneer alle nodige maatregelen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers worden genomen. Dit natuurlijk naast de nodige maatregelen ter bescherming van milieu, omgeving en omwonenden. Wanneer dit niet het geval is dienen de werkzaamheden aan de Oosterweelverbinding stilgelegd.
Vandaag 3M : wie morgen?
Voor het ABVV is het duidelijk : bij meerdere bedrijven in de Antwerpse regio zijn er risico’s op historische vervuiling van de gronden met ongekende effecten voor mens en milieu.
Bovendien worden in verschillende bedrijven chemische grondstoffen gebruikt waarvan de gevolgen voor mens en milieu naar de toekomst nog onvolledig en vooral onvoldoende in kaart zijn gebracht.
Als ABVV Scheikunde eisen wij dat niet alleen bij 3M maar bij alle scheikundige bedrijven duidelijkheid en transparantie heerst over alle risico’s, zowel de huidige als die uit het verleden. Essenscia, de wekgeversfederatie van de scheikunde, heeft hier een belangrijke rol te spelen en dient haar verantwoordelijkheid op te nemen.
De inspectiediensten voor Welzijn op het Werk en Milieu moeten versterkt worden. Zij dienen meer middelen en bevoegdheden te krijgen. Als ABVV vragen we dit al lang.
De bevoegdheden van het CPBW dienen eveneens versterkt en uitgebreid.
Namens de vakcommissie scheikunde, AC Antwerpen-Waasland