De bedrijfsrondgangen in het kader van de CAO-onderhandelingen waren intensief, bijzonder leerrijk en vaak geanimeerd. Op een uitzondering na kregen alle ploegen en alle diensten op de hele site bezoek van de vakbond. Dat zijn er heel wat en overal is het een beetje anders: grote en kleine bedrijven, jonge en oude ploegen, stille en mondige collega’s… We willen jullie bedanken voor de goede ontvangst en de uitwisseling van ideeën. Ook voor de duidelijke uitslag van het referendum. Twee derde zei nee tegen het ontwerpakkoord: dat is duidelijk. De tweede ronde start op 25 januari.
Dat de ideeën soms verschillen, is niet abnormaal: we zijn met velen op de site, van diverse ‘pluimage’ en met diverse meningen. Maar over enkele zaken waren collega’s het meestal eens:
1. “We zien de vakbond te weinig op de vloer”.
Jullie hebben gelijk. Wij zijn ook van mening dat bedrijfsrondgangen de beste manier zijn om echt representatief te kunnen werken, want niet in alle omgevingen is een afgevaardigde in de buurt. Het ABVV maakt er ook effectief werk van, maar we ondervinden vaak hinder: het merendeel van onze gemandateerden werkt in ploegen en moet rekening houden met de bezetting, ze kunnen dus niet altijd weg van hun bedrijf om een babbel te gaan doen. Ook de agenda’s zijn vaak stevig gevuld. Vandaar een warme oproep om ook zelf met ons contact op te nemen: onze telefoonnummers worden regelmatig gecommuniceerd, en je kan ons steeds contacteren per mail. Binnenkort kan je ook via Facebook onze activiteiten volgen en met ons communiceren.
2. “De werkgever heeft veel cadeaus gekregen, wanneer is het onze beurt?”
Het kan inderdaad tellen. Kortinkje hier, subsidietje daar,… tel het allemaal op, kijk naar de cijfers en stel samen met ons vast dat er veel geld van de samenleving naar een bijzonder winstgevende sector vloeit. De lonen in de chemie zijn relatief hoger, maar de winsten en dividenden zijn dat nog veel meer. De regering heeft van bij het begin van de legislatuur duidelijk gemaakt voor wie ze regeert. Wij moeten inleveren op alle vlakken (pensioenen, indexsprong, btw, …), de bedrijven en grote aandeelhouders moeten gepamperd worden. Wij blijven de vrije loononderhandelingen hoog in het vaandel dragen en zullen ze desnoods afdwingen met actie, zoals we dat deden bij de sectoronderhandelingen van afgelopen jaar. Een loonnorm van 1,1% opslag in de chemie, stel je voor! Ook op bedrijfsniveau is dit een kwestie van krachtsverhoudingen en actieve steun aan de vakbonden.
3. “De bezettingen zijn te laag. We kunnen ons verlof niet nemen wanneer we willen, kunnen moeilijk tijdskrediet opnemen en moeten vaak verlof laten vallen.”
Het ABVV vraagt al jaren een verhoging van de bruto-bezetting om het shiftleven draaglijker te maken. We stellen vast dat in veel omgevingen creatief wordt omgesprongen met de afspraken om de headcount zo laag mogelijk te houden. Terwijl de ‘toegestane afwijking’ van –0.2 FTE het absolute, tijdelijke minimum is om de verlofplanning draaglijk te houden, is ze in veel omgevingen de norm. Nog steeds blijft het soms lang wachten op vervanging als collega’s ontslag nemen of uitvallen door ziekte. We blijven op deze nagel kloppen!
4. “Waarom geen fietsvergoeding zoals op de rest van de Scheldelaan?”
Wij begrijpen het ook niet. De fietsvergoeding haalt auto’s van de baan en is niet duur voor de werkgever, maar toch blijft het een discussie. In de eerste onderhandelingsronde kwam een mobiliteitsvergoeding ter sprake, maar die kwam dan in de plaats van echte loonsverhoging: geen shiftpremie, geen vakantiegeld, niets bij ziekte en volledig afhankelijk van de woonafstand Ondermaats dus. Een gewone fietsvergoeding is echt niet te veel gevraagd.
5. “Die shiftflextijd is k!§#@!!!”.
Dat glijtijd voor shift anders is dan voor dagdienst spreekt voor zich: de minimumbezetting, de uren van de busdiensten en de verlofplanning maken het iets anders, maar volgens ons niet moeilijker, laat staan onmogelijk. Dat het onbespreekbaar moet zijn begrijpen we absoluut niet, want wij zien concrete mogelijkheden die eigenlijk niets kosten. Het is een kwestie van organisatorisch lef en goodwill van de werkgever. De collega’s in shift rekenden op een eigen systeem, evenwaardig met de glijtijd waar het dagpersoneel zo blij mee is. Ze stellen vast dat de bussen na de vroege shift beduidend voller zitten en dat vrijdag bij het opkomen van de late shift het weekend soms al lijkt begonnen. Busgebruikers kunnen hun middagpauze inkorten en op die manier een kwartier plustijd opbouwen. Voor de busgebruikers in shift lijkt het niet meer dan logisch dat voor de shiftovergave hetzelfde moet kunnen. Ze vragen niet om 6 dagen verlof (toch niet allemaal ;-)). Ze vragen om een compensatie voor de verplichte onbetaalde tijd voor en na de acht werkuren en om niet langer een kwartier ADV te moeten spenderen als ze een seconde te vroeg uitbadgen. Ze vragen om levenskwaliteit en rechtvaardigheid en die vraag ondersteunen wij volledig! Ook bij de medewerkers in dagdienst is er een pertinente vraag naar verbetering van de glijtijd, zoals een uitbreiding van de flextijd en een inkorting van de kerntijd.